FAQs: Wat doe ik met een ‘afvinkkaart’?
Doe jij met je klas mee aan de 100 Data Challenge? Gaan jullie op tijdreis door de wereldgeschiedenis en zijn jullie van plan om in de loop van één schooljaar alle 100 verhalen te lezen? Download dan zeker de afvinkkaarten en lees deze FAQ’s.
Wat is het idee achter de ‘afvinkkaarten’? De 100 Data Challenge wil jongeren die graag, minder graag of moeilijk lezen warm maken voor literatuur en geschiedenis. Elke dag één verhaal van 500 woorden of 5 minuten voorleestijd? Dat is haalbaar!
Met de afvinkkaarten zet je het spelelement van de challenge in de verf.
Elke keer dat jullie een verhaal gelezen hebben, kan er een vakje op de kaart worden afgevinkt of ingekleurd. Dat motiveert en maakt jullie vooruitgang zichtbaar.
Waarom zijn er vier afvinkkaarten? Om 100 vakjes op één kaart te krijgen, moet je proppen. En we wilden graag aantrekkelijke afvinkkaarten. Daarom werden het er vier. De eerste kaart (1- 26) bevat alle verhalen die zich afspelen voor het begin van onze jaartelling. Op de tweede (27-53) vind je de verhalen van het begin van onze jaartelling tot en met de hoge middeleeuwen. De derde (54-74) bevat de late middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. De vierde en laatste afvinkkaart (75-100) omspant de Nieuwste Tijd en Onze Tijd.
Waarom komen de tekeningen me zo bekend voor? Isabelle Geeraerts, die ‘Een kleine wereldgeschiedenis in 100 grote data’ illustreerde, maakte de afvinkkaarten. Als uitgangspunt nam ze de overzichtspagina’s per tijdvak zoals die staan in het boek. Bij elke datum vind je dus de titel van het verhaal en een kleine illustratie. Dat maakt het afvinken leuker.
Je leerlingen mogen gewoon een eenvoudig kruisje zetten en basta. Maar ze kunnen ook in hun potloden- of stiftendoos duiken en een kunstwerkje maken van elke tekening.
Op welk formaat print ik de kaarten best af? Hoe groter je de kaarten voor je leerlingen afprint, hoe meer ruimte je (letterlijk) geeft aan hun creativiteit. Een A4-print is voldoende, goedkoop en handig weg te bergen in een map. Maar op A3-formaat komen de tekeningen beter tot hun recht en kunnen ze mooier ingekleurd worden. Een afvinkkaart op A2-formaat aan de klasmuur tenslotte, is ook leuk. Wie mag het verhaal van de dag inkleuren? Kortom: je maakt de prints zo groot of zo klein als je zelf wilt.
Wat als we klaar zijn met een afvinkkaart? Het saaie antwoord zou zijn: ‘Dan begin je aan de volgende. Je MOET tot 100 geraken voor er gefeest mag worden.’ Dat is natuurlijk onzin.
Een tussentijdse mijlpaal vieren is alleen maar goed voor de motivatie.
Wil je bij het einde van elke afvinkkaart iets leuks doen met je leerlingen, doe dat dan vooral. Tegelijk is het geen must. Heb je er oprecht zin in, dan kun je …
…een ‘koekjes en boekjes’-uurtje organiseren – bak een paar cakes, neem enkele thermossen thee of chocomelk mee naar de klas en beloon iedereen met nog meer (voor)leestijd.
… tijd maken in de klas voor een van de creatieve opdrachten bij de challenge – zijn jullie bijvoorbeeld klaar met de eerste afvinkkaart? Geef de leerlingen dan eens ‘vrij’ van een les die ze saai of moeilijk vinden en laat ze hun zelfportret tekenen in de geest van Koning Nebukadnezar.
… een free voorleespodium organiseren – verdeel je leerlingen in vier groepjes. Na elke afvinkkaart komt een ander groepje aan de beurt. Elk kind kiest het verhaal dat hem/haar het meest aansprak en mag dit thuis inoefenen om voor te lezen. Op de dag van het free podium mogen de voorlezers zich verkleden in het thema van hun verhaal. Vergeet geen leuke foto’s te maken!
Zelf een leuk idee om een afgewerkte kaart te vieren? Laat weten hoe jij het aanpakt met je klas!