uit de oude doos

Snelcursus rondhangen in kasteelkamers

Onder de noemer ‘uit de oude doos’ blaas ik het stof van mijn favoriete journalistieke stukken. Deze keer neem ik jullie mee op reis naar Salzburg. Wat hebben een Zwitserse kloosterbibliotheek, het terras van de familie Von Trapp en de kat van Karl Lagerfeld met elkaar te maken? De puzzelstukken komen samen in Schloss Leopoldskron bij Salzburg, een hotel met all access-filosofie.

Wer zu spät kommt, den bestraft das Leben. Vrij vertaald: het leven is niet lief voor laatkomers. Het zijn gevleugelde woorden maar ik weet niet of ze waar zijn. Wanneer we in Salzburg aankomen is het midden september. We zijn onmiskenbaar te laat.

De beroemde Salzburger Festspiele, de jaarlijkse hoogmis voor opera-, muziek- en theaterliefhebbers, is al twee weken voorbij.

Het applaus van een kwart miljoen bezoekers is verstomd. Vierduizend performers en technici zijn na 160 voorstellingen weer naar huis. Het doek is gevallen, maar hier zijn wij! Op een zonnige herfstmiddag staan we op de oprit van Schloss Leopoldskron, de voormalige privéwoonst van de oprichter van de Festspiele, Max Reinhardt. Wij laatkomers zullen hier de komende twee nachten logeren. Als dit onze straf is, gaan we niet in beroep.

Max Reinhardt (1873-1943) was een excentrieke man die een scheut lef en originaliteit injecteerde in de podiumkunsten. Hij is de uitvinder van het draaiend decor en runde een lucratief theaterimperium in Berlijn. De acteur en regisseur was ruim in de veertig toen hij in april 1918 Leopoldskron kocht, een vervallen zomerpaleis op een boogscheut van Salzburg.  Hij speelde al langer met het idee om in de Mozartstad een groots cultuurfestival te organiseren en de tijd leek rijp, zo vlak na de Eerste Wereldoorlog. Als cultuur geen vrede, hoop en vreugde brengt – wat dan wel?

Reinhardt pakte de renovatie van Schloss Leopolskron grofweg hetzelfde aan als de organisatie van de Salzburger Festspiele. Hij betrok zoveel mogelijk vrienden, vond geen idee te gek en hield van onverwachte combinaties.

Zeggen dat ik me op ons verblijf in Schloss Leopoldskron heb verheugd, is een understatement. Het slot, met vijver en park, is sinds 2014 in gebruik als luxehotel. De flamingo’s en aapjes uit de tijd van Reinhardt zijn verdwenen, maar zijn bibliotheek is intact. Net als de Venetiaanse en Chinese Kamers die hij liet installeren of de Marmerzaal van de eerste eigenaar uit 1736. Voor mij draait het overduidelijk om de bibliotheek.

Reinhardt bezat een grote collectie boeken en zat graag tot diep in de nacht te schrijven. Hij had een wazige foto – één maar – van de bibliotheek in rococostijl van de Zwitserse abdij van Sankt Gallen. Die gaf hij aan zijn schrijnwerker met de opdracht ‘zoiets’ voor hem te maken in Leopoldskron. Als je de bibliotheek vandaag bekijkt, kun je maar twee dingen denken: ‘Dat was een goede schrijnwerker.’ En: ‘Daar wil ik wel eens een boekje lezen.’ Het mooie is dat dit gewoon kan. Hotel Schloss Leopoldskron huldigt een all access-filosofie. Je boekt als gast niet louter een suite of kamer, je mag eindeloos rondhangen in alle pronkruimtes.  

WEDDING CRASHER

Tegen een rondje loungen in kasteelkamers zeg ik nooit nee. Voor onze eerste vakantiemiddag heb ik gepland om een roman te lezen in de Reinhardt-bibliotheek. De bezienswaardigheden van Salzburg kunnen wachten. Zegt de receptionist bij het inchecken: “We hadden vanmorgen een huwelijksceremonie in de bibliotheek.” Ik moet extreem beteuterd kijken want hij voegt er aan toe: “Maar als je wil, mag je er zitten. Het koppel houdt momenteel z’n receptie op het terras.” Ik probeer het nog, maar mijn droombeeld was anders.

Tussen de bloemstukken en witte stoelhoezen voel ik me eerder een wedding crasher op de mooiste dag van Olivia en Ryan – hun namen zijn overal – dan een kasteelvrouw in haar adembenemende bib.

Tijd om de planning om te gooien. Alsnog naar de Altstadt!

Ook dat is geen straf, het moet gezegd. Er loopt een wandelpad van zo’n drie kilometer van Schloss Leopoldskron naar het centrum. De lucht is blauw, de slotvijver weerspiegelt perfect symmetrisch de bergen en we lopen door groene weiden langs woningen in chaletstijl. Als ik foto’s van de wandeling naar huis stuur, weet iedereen meteen dat ik in Oostenrijk ben, terwijl niemand zou raden dat dit een citytrip is. Salzburg is een kleine stad – 150.000 inwoners – verstopt in de broekzak van de natuur.

Het is ook een rijke stad gebouwd op de winst uit de zoutmijnen. Tot begin 19e eeuw zwaaiden hier prinsaartsbisschoppen de plak, die elkaar overtroefden in het bouwen van katholieke kerken en riante residenties met aangelegde tuin. Als je houdt van pleinen met fonteinen, volle caféhuizen en bladgoud in een groen kader, dan ben je in Salzburg aan het juiste adres. We dwalen uren door de smalle straatjes of Gassen. Er is altijd nog één interieurwinkel of galerie om te ontdekken. 

De avondverlichting van Schloss Leopoldskron brandt tegen de tijd dat we er terugkomen. We hebben een fles wijn bij – het hotel heeft geen bar of restaurant voor ’s avonds – en installeren ons in een van de prieeltjes bij de vijver. Voor ons verrijst de Untersberg, achter ons het Schloss, vier verdiepingen hoog en dertien dubbele vensters breed.  We heffen het glas in dit waanzinnig mooie decor dat veel te groot lijkt voor twee spelers. Toch heeft Max Reinhardt het zo bedoeld. Twintig jaar lang woonden hij en z’n tweede vrouw Helene Thimig met hun tweetjes op Leopoldskron. De helft van de tijd was Reinhardt onderweg voor zijn werk, dus àls de bezieler van de Festspiele eens thuis was, was het feest. Letterlijk: Reinhardt deed niets liever dan kunstenaars en geldschieters op privéfeestjes samenbrengen. Vanavond, met de geluiden van het huwelijksfeest op de achtergrond, kan ik me de roaring twenties-sfeer uit die tijd levendig inbeelden. Al stel ik het me misschien te rooskleurig voor.

TWEE ZEEPAARDEN

Max Reinhardt was een Jood en trots op zijn afkomst. Hij verfraaide zijn bibliotheek met Joodse symbolen en bedankte midden jaren 1930 resoluut voor het aanbod van de Nazi’s om ‘een ere-Ariër’ te worden. Dat bleef niet zonder gevolgen. Het domein waar wij vanavond zo vredig een drankje drinken, werd in 1938 als Judenbesitz geclaimd. Reinhardt had de bui zien hangen en zat veilig in Amerika – hij had er connecties – waar hij via de krant moest vernemen dat Leopoldskron werd onteigend. Ik vind het een treurige geschiedenis, veel te treurig voor deze mooie avond. Ik sta op en wandel naar de twee stenen zeepaardjes aan de rand van de vijver. Het is de eerste keer dat ik hun stenen staartjes aanraak, en toch voelen ze ontzettend vertrouwd. Wie had er ook weer zo’n terras met zeepaarden?

Inderdaad: Kapitein Von Trapp uit The Sound of Music. Schloss Leopoldskron is één van de draailocaties van de film met Julie Andrews en Christopher Plummer. Alle scènes op het terras van de muzikale familie (en dat zijn er veel…) werden hier gedraaid. Vooraf was dat de tweede reden – naast het vooruitzicht op tijd in de bibliotheek – waarom ik zo graag op Leopoldskron wilde logeren.

Onder invloed van mijn zus, een Sound of Music superfan, heb ik de film een respectabele 20 keer gezien. Pas toen we vanmiddag door Salzburg dwaalden, werd me iets duidelijk.

Het is in deze stad onbegonnen werk om Fräulein Maria te ontlopen. Met of zonder verblijf op Schloss Leopoldskron zul je naar huis gaan met minstens vijf foto’s van jezelf op Sound of Music-locaties. Alle toeristische trekpleisters komen aan bod in de film: van het park rond Schloss Mirabell (waar ze Do-Re-Mi zingen), over de fontein met de paarden op de Residenz Platz (I have confidence in me) tot de belangrijkste locatie van de Festspiele (Edelweiss)

BARONES MET EEN BOEK

Feit blijft dat je op Schloss Leopoldskron, een privédomein, toegang hebt tot Sound of Music-settings die voor de doorsnee groepstoerist ontoegankelijk zijn. Zo staat het ontbijtbuffet van het hotel opgesteld in de Venetiaanse Kamer. Als theatermens pur sang had Reinhardt een zwak voor de commedia dell’arte: voor deze ruimte liet hij authentieke, beschilderde houtpanelen uit de Dogestad overkomen. Hollywood bouwde de kamer na als de balzaal in The Sound of Music. Hotelgasten vullen vanmorgen onder het toeziend oog van Harlekijn hun ontbijtbord en eten het vervolgens leeg in de Marmerzaal of het Witte Salon. Zoals gezegd: de pronkruimtes op Leopoldskron doen dienst in het alledaagse leven. Na het ontbijt ruik ik mijn herkansing en verhuis met mijn tweede koffie richting bibliotheek. In mijn handtas zit het boek dat ik er wil lezen. Wel meer hotelgasten zijn rond deze tijd op wandel. Kinderen spelen in de Chinese Kamer op hun iPad. Mensen lezen in het Rode Salon de krant en maken selfies.

Er wordt gesnuffeld: vingers glijden zoekend langs  boekenplanken, ogen lezen de informatiebordjes bij kunstwerken. Die zijn erg politiek correct.

In de Chinese Kamer hangt een slide over cultural appropriation. In de Venetiaanse Kamer hekelt men de blackface van Harlekijn op een bepaald paneel.

De huidige eigenaar van Leopoldskron, Salzburg Global Seminar, heeft die infoborden geplaatst. Om het verhaal af te ronden: na de oorlog kreeg Helene Thimig, de weduwe van Reinhardt, hun geconfiskeerde woonst terug. Ze wist niet direct wat aanvangen met het grote gebouw. Tot drie Harvard-studenten, een Oostenrijker en twee Amerikanen, haar benaderden voor hulp. Het drietal wilde een onafhankelijke non-profitorganisatie oprichten die toekomstige leiders positief zou inspireren. Dixit Thimig: “Ik kan jullie geen geld geven, maar ik heb een Schloss.” Salzburg Global Seminar organiseert heel regelmatig seminaries met deelnemers uit de hele wereld. Ook hen kom je tegen in de pronkruimtes van Leopoldskron – onderling discussiërend of ijverig bezig met nota’s.

Het lukt me die ochtend niet om geconcentreerd mijn roman te lezen. Ik ben te nieuwsgierig naar mijn fellow loungers en alles wat in de kasteelkamers te zien is. Ik wil een foto aan de bureau met de schrijfmachine van Max Reinhardt en zoek (en vind) de geheime gangtrap die de bibliotheek verbindt met de duurste suite van het Schloss, de voormalige slaapkamer van Reinhardt. In 2014 logeerden Karl Lagerfeld en zijn kat Choupette er een maand toen Chanel z’n Métiers d’Art Show organiseerde op Leopoldskron – integraal te bekijken op YouTube. Er zijn zoveel verhalen verbonden aan deze plaats dat ik dààr op mijn smartphone over wil lezen. Me verdiepen in een roman lijkt teveel moeite.

Even vrees ik dat ik mijn ‘de-barones-leest-een-boekje’-fantasie niet ga waarmaken tijdens ons verblijf. In de vooravond, na nog een middag sightseeing in de stad, geef ik het een laatste kans. En kijk: rond 18u is de Reinhardt-bibliotheek zo goed als leeg. Ik leg beslag op de centrale chesterfield voor de haard en haal mijn roman boven. Niet veel later zit ik zo in het verhaal dat ik vergeet waar ik ben. Je zou dat jammer kunnen noemen op een historische plaats als Leopoldskron. Maar voor mij betekent het: mission accomplished.

5x doen in Salzburg

  1. Geef jezelf vleugels

Het Red Bull-hoofdkwartier ligt in Salzburg. Oprichter/miljardair Dietrich Mateschitz is een sportieve waaghals en notoire foodie. Zijn passies komen samen in Hangar 7, een indrukwekkende glas- en staalconstructie aan de rand van Salzburg Airport. Je vindt er een permanente expo van oude vliegtuigjes en racewagens en wisselende tentoonstellingen van moderne kunst. In de Carpe Diem Lounge op het gelijkvloers kun je heerlijk brunchen. In restaurant Ikarus op de 2e verdieping roert elke maand een andere internationale topchef in de potten.

Hangar-7.com

  • Drink koffie bij Bazar

Salzburg is twaalf keer kleiner dan Wenen, maar z’n koffiehuiscultuur kan concurreren met die van de hoofdstad. Haal je shot cafeïne bij Fürst, de Cafe-Konditorei waar in 1890 de Mozartkugel werd uitgevonden. Of bestel je kopje bij Café Tomaselli (sinds 1703), de familiezaak waar de bediening nog pinafores draagt. Zeg trouwens nooit ‘schort’ tegen een pinafore! In Café Bazar lieten Marlene Dietrich, Stefan Zweig en Romy Schneider zich graag zien. Of zoals een schrijver beweerde: “De Salzburger Festspiele zijn de omweg, Café Bazar is de bestemming.”

Cafe-bazar.at

  • Bekijk het uit de hoogte

Salzburg is een stad aan het water. Vanaf het hippe dakterras van Hotel Stein heb je een uniek zicht over de Salzach-rivier, de Dom en Festung Hohensalzburg. Check de online kalender, want regelmatig zijn er muziek- en dj-optredens of culinaire events. Bekijk je de stad liever vanaf de andere oever? Neem dan de Mönchsberg lift naar het panoramaterras voor het Museum der Moderne. Je kunt er ontbijten of dineren bij M32 en geniet er van het bekendste uitzicht op Salzburg.

steinterrasse.com

m32.at  

  • Boek een diner met Mozart

Op citytrip naar Salzburg kom je het muzikale wonderkind gegarandeerd tegen. Is het niet in één van zijn twee musea, dan spot je wel ergens zijn plakkaatversie op straat. In een barokzaal van de St. Petersabdij schuif je aan voor een Mozartdiner. Terwijl je drie gangen uit de tijd van Mozart eet, vertolken vijf muzikanten en twee zangers in 18e eeuwse klederdacht zijn bekendste aria’s. Klinkt dat toeristisch? Is het ook. Maar het niveau is uitstekend – meestal treden er alumni op van de gerenommeerde, lokale muziekuniversiteit – en de formule werkt.

Mozart-dinner-concert-salzburg.com

  • Bewonder moderne kunst

Geen fan van religieuze kunst of de esthetiek van rococo en barok? Laat de (voor liefhebbers overigens fantastische) musea van het DomQuartier dan links liggen en volg op eigen tempo de Walk of Modern Art, een traject in openlucht van 6 kilometer langs 13 kunstwerken van o.a. Anselm Kiefer, Marina Abramovic en Stephan Balkenhol.

Download de route op salzburg.info, onder City Walks, Creative Salzburg

The Sound of Salzburg

In Salzburg, the hills are alive with the sound of… tourism. Ongelofelijk wat de Hollywood-kaskraker uit 1965 nog altijd doet voor de stad. Toeristen kunnen in de voetsporen van de familie Von Trapp een bustour, stadswandeling, fietstocht of voorstelling in het marionettentheater boeken – en doen dat massaal. The Sound of Music was altijd meer populair bij buitenlanders dan bij de Salzburgers zelf. “Ik ging op mijn 18e als uitwisselingsstudent naar Leicester,” vertelt Ines Wizany. “Toen mijn gastgezin hoorde dat ik uit Salzburg kwam, duwden ze me enthousiast in een zetel. Ze speelden de film af en wilden alle liedjes meezingen. Terwijl ik die wel kende, maar zeker niet elk woord.”

Er zijn heel wat redenen voor dat verschil in populariteit. Films over de Nazitijd deden het in de jaren 1960 en ’70 minder goed in Oostenrijk, waar men de blik vooruit richtte. Kijkers verkozen de Duitstalige verfilming (uit 1956) van het dagboek van Maria von Trapp boven de latere, Engelstalige versie van 20th Century Fox. En locals ergerden zich aan de topografie in de film: de familie vlucht op het einde over de Untersberg. Dat is zogenaamd hun weg naar het veilige Zwitserland, maar in werkelijkheid lopen ze zo in rechte lijn toe op Hitlers Adelaarsnest.

Bovendien is het in Salzburg publiek geheim dat Maria von Trapp in haar dagboek een loopje neemt  met de waarheid. In werkelijkheid was Maria een harde gouvernante en de kapitein een zachte vader. Als iémand de zeven kinderen liedjes leerde zingen, was hij het – en Maria was nooit echt van plan om non te worden. Met onze excuses als we hiermee nostalgische (film)herinneringen verpesten…

panoramatours.com/ mariasbicycletours.com/ marionetten.at